van inspraak naar invloed

Capelle aan den IJssel heeft een groot aantal instrumenten van burgerparticipatie ontwikkeld. Het college wil met burgerparticipatie onder meer de kwaliteit van beleid verhogen en het draagvlak versterken. In dit onderzoek heeft de rekenkamer gekeken hoe de gemeente burgerparticipatie inzet bij de totstandkoming of uitvoering van beleid en in hoeverre de door de gemeente ingezette instrumenten effectief zijn.

Uit onderzoek van de rekenkamer blijkt onder meer dat de door de gemeente ontwikkelde instrumenten van burgerparticipatie zich vooral richten op het informeren, raadplegen en laten adviseren door inwoners. Ruimte om daadwerkelijk mee te beslissen is er vrijwel niet. Het college heeft bovendien geen afwegingskader op- of vastgesteld waarmee kan worden bepaald welk instrument voor burgerparticipatie het meest effectief is.

Verder blijkt de gemeente in vier onderzochte casussen de criteria voor een succesvol burgerparticipatietraject niet altijd toegepast te hebben. Zo maakte het college vooraf niet altijd heldere keuzes over bijvoorbeeld de rol van belanghebbenden, het doel van een traject, binnen welke kaders belanghebbenden kunnen meedenken of meedoen en wat de gemeente met de resultaten wil doen. Ook was de informatievoorziening in de onderzochte casussen onvoldoende: de deelnemers ontvingen weinig terugkoppeling over hun inbreng en het verdere verloop van het traject.

De rekenkamer heeft het college onder meer aanbevolen om aanpakken voor burgerparticipatie te ontwikkelen die beter aansluiten bij de ambitie van het college om burgers en bedrijven meer eigen regie en eigen verantwoordelijkheid te geven, dus die echt ruimte geven om mee te beslissen of zelf initiatieven te ontplooien. Ook beveelt de rekenkamer aan om een afwegingskader vast te stellen. Daarmee kan worden bepaald welk instrument voor burgerparticipatie het meest effectief is, bijvoorbeeld binnen de context van een specifiek beleidsdomein of doelgroep.

Naar aanleiding van het rapport van de rekenkamer heeft het college aangegeven dat het onderzoek vele aanknopingspunten en suggesties biedt om burgerparticipatie op een nog hoger plan te brengen. Het college heeft aangekondigd onder meer een toolbox voor burgerparticipatie te willen ontwikkelen. In het nawoord heeft de rekenkamer aangegeven dat een toolbox een goed streven is. Een toolbox moet dan wel een afwegingskader bevatten, dat laat zien welke instrumenten beschikbaar zijn én inzicht biedt in de verhouding tussen de beschikbare instrumenten en de wijze waarop deze instrumenten het beste kunnen worden ingezet.