schone schijn

Op grond van de Wmo is de gemeente verantwoordelijk voor het bieden van huishoudelijke verzorging aan burgers die dat zelf niet meer kunnen. De verzorging bestaat onder andere uit de schoonmaak van het huis en het wassen en strijken van kleding. In 2011 besteedde de gemeente Rotterdam hieraan € 70,4 mln. In 2013 legde het rijk een financiële taakstelling van 40% per 2015 op. De gemeente moet met 40% minder de huishoudelijke verzorging organiseren en probeerde dit te realiseren met een beroep op de zelfredzaamheid van burgers en een eventuele versterking daarvan.

Uit het onderzoek van de rekenkamer blijkt dat de gemeente er niet in slaagt om de zelfredzaamheid van de doelgroep (veelal ouderen met chronische lichamelijke beperkingen) te versterken. De gemeente heeft sinds 2013 op verschillende manieren geprobeerd de zelfredzaamheid van cliënten huishoudelijke verzorging te versterken, namelijk door een groter beroep te doen op hun eigen kracht, door meer inzet van mantelzorgers en vrijwilligers of door de inzet van een collectieve voorziening (zoals een boodschappenservice). Met zorgaanbieders en welzijnsinstellingen heeft de gemeente hierover afspraken gemaakt, maar deze zijn nauwelijks uitgevoerd en leverden weinig resultaat op. Uit interviews met cliënten blijkt dat cliënten minder huishoudelijke verzorging krijgen dan voorheen. Bijna de helft hiervan is niet tevreden, want het huis wordt nu minder goed schoon gehouden. Het bijhouden van de schoonmaak wordt in de praktijk niet opgevangen door meer zelfredzaamheid van de cliënten.

De gemeente is er volgens dit onderzoek wel in geslaagd een bezuiniging van 40% van de kosten voor huishoudelijke verzorging te realiseren. Dit komt onder andere door een drastische daling van het aantal cliënten.