scheiding van waarde

De Rotterdamse afvalstoffenheffing is tussen 2008 en 2014 gestegen met 50%. In Rotterdam wordt bovendien maar weinig afval gescheiden. Deze gegevens vormden de aanleiding voor een onderzoek van de rekenkamer naar de afvalstoffenheffing en het afvalbeleid.

college mist inzicht in kosten afvalbeheer

De rekenkamer concludeert op basis van haar onderzoek dat gemeenteraad en college inzicht missen in de kosten en opbrengsten van het afvalbeheer. Rotterdam betaalt door politieke keuzes meer kosten uit de afvalstoffenheffing dan andere steden. Het verschil treedt vooral op bij de kosten voor kwijtschelding (van de afvalstoffenheffing) en straatreiniging. Deze kosten bedragen respectievelijk € 30 en € 39 per huishouden in Rotterdam en in andere steden gemiddeld € 17 en € 18. Het tarief is wel rechtmatig.

afvalinzameling efficiënt, verwerking duur

De kosten voor afvalinzameling zijn in Rotterdam gemiddeld 12% lager dan vergelijkbare steden, maar de kosten voor verwerking 56% hoger. Dit laatste komt doordat Rotterdammers weinig afval scheiden en de gemeente een hoog tarief betaalt voor de verwerking van restafval. De afvalinzameling en verwerking kan niet goedkoper door deze taken uit te besteden of te verzelfstandigen. Commerciële afvalbedrijven zijn namelijk niet veel goedkoper dan gemeentelijke diensten. En meer schaalvoordelen zijn niet te behalen, omdat de afvalinzameling in Rotterdam al een grote schaal (270.000 huishoudens) heeft.

doelstellingen afvalbeleid niet bereikt, college past berekening aan

De belangrijkste maatregel om afvalscheiding te verbeteren is het achteraf scheiden van kunststof. Deze maatregel is vertraagd tot 2018. Hierdoor kunnen de doelen van het afvalbeleid (meer hergebruik van afval, minder restafval) niet worden gehaald. Het college zegt echter dat de doelstellingen wel bereikt worden. Dit kan alleen doordat het college de berekening van de doelstellingen heeft veranderd. Bijvoorbeeld door metalen, die overblijven na verbranding van afval, mee te tellen als ‘gescheiden afval’. En door de inschatting van de hoeveelheid bedrijfsafval in het restafval te verhogen. Hierdoor zijn de doelstellingen van het afvalbeleid verlaagd. Ook heeft het college een fout gemaakt in de berekening. Er wordt echter niet veel meer afval gescheiden ingezameld, dan bij het begin van het beleid.

college neemt belangrijkste aanbeveling niet over

De rekenkamer doet op basis van haar onderzoek verschillende aanbevelingen. Bijvoorbeeld om de aangepaste (lagere) doelstellingen van het afvalbeleid te laten beoordelen door de gemeenteraad. En om te blijven stimuleren dat burgers afval gaan scheiden. Alleen zo kan op korte termijn meer afval worden hergebruikt en de afvalrekening verlaagd worden.

Het college zegt in haar reactie niet duidelijk of ze het eens is met de conclusies van de rekenkamer, dat de doelstellingen niet worden gehaald en de berekening is veranderd. Wel neemt het college vijf van de zes aanbevelingen grotendeels over. De belangrijke aanbeveling, om de aangepaste (lagere) doelstellingen van het afvalbeleid te laten beoordelen door de gemeenteraad, neemt het college echter niet over.