scheidend vermogen

Lansingerland loopt achter met afvalscheiding

Ondanks de inzet van de gemeente om het scheiden van afval te verbeteren loopt Lansingerland nog achter op vergelijkbare gemeenten. De afvalbeheerkosten zijn wel fors verlaagd, maar dit voordeel is niet volledig teruggegeven aan de burger. Burgers betalen dus nog steeds teveel afvalstoffenheffing. Dit concludeert de Rekenkamer Lansingerland in haar rapport ‘Scheidend vermogen’.

meer hergebruik en een stuk goedkoper
In 2014 werd 43% van het afval in Lansingerland gescheiden ingeleverd, wat lager was dan in vergelijkbare gemeenten en lager dan de landelijke doelstelling (60-65%). De afvalstoffenheffing in Lansingerland (€362) was juist fors hoger dan het landelijke gemiddelde van €246. Het motto van het afvalbeleid voor 2014-2018 is dan ook ‘meer hergebruik en een stuk goedkoper’.

betalen per zak
De doelstelling voor afvalscheiding (55% in 2018) is weinig ambitieus, zo blijkt uit het onderzoek van de rekenkamer. Er is geen rekening gehouden met stijgende afvalscheidingspercentages in vergelijkbare gemeenten en de aanscherping van de landelijke doelstelling van 65% naar 75% (in 2020). Om op termijn de landelijke doelstelling te benaderen zijn extra maatregelen nodig, zoals verlaging van het serviceniveau voor restafval en het betalen per zak of lediging van de container.

aanbestedingsvoordeel niet volledig naar burger
De afvalbeheerkosten zijn bijna gehalveerd, terwijl het serviceniveau gelijk is gebleven. De daling van de kosten is echter geen gevolg van het afvalbeleid zelf, maar van een gunstig aanbestedingsresultaat. Het aanbestedingsvoordeel is slechts gedeeltelijk terug gegeven aan de burger, in de vorm van een lagere afvalstoffenheffing. Het resterende overschot is gestort in een reserve. De rekenkamer doet de aanbeveling deze reserve op te heffen en het restant terug te betalen aan de burger.

reactie college
Het college neemt de meeste aanbevelingen van de rekenkamer over. Maar het is niet van plan om de raad voor te stellen de reserve op te heffen. Zonder deze reserve zouden eventuele overschotten volgens het college worden toegevoegd aan de algemene middelen. Ook zou de reserve nodig zijn om onverwachte tekorten op te vangen. Wel wil het college de reserve verlagen. De rekenkamer acht een aparte reserve echter niet nodig, omdat de huidige kosten stabiel en bekend zijn.