leidingen onder druk

Gemeenten hebben de wettelijke zorgplicht voor de riolering. Dit is een omvangrijke taak in Rotterdam: er ligt namelijk meer dan 2.500 km rioolbuis in de gemeente en de totale vervangingswaarde van de riolering bedraagt ruim € 1,6 miljard.

De rekenkamer heeft onderzocht of de gemeente op adequate wijze omgaat met de rioleringszorg en de informatievoorziening hierover aan de gemeenteraad. De rekenkamer concludeert in haar rapport dat het rioolvervangingstempo minimaal 40 km per jaar moet zijn om de huidige kwaliteit van de riolen te blijven waarborgen. Een te laag vervangingstempo kan de risico’s op lekkende riolen, verzakte riolen en rioolinstortingen vergroten. In de planperiode 2011-2015 is al een achterstand in de beoogde hoeveelheid rioolvervanging ontstaan. Aangezien het Rotterdamse grondgebied een zwakke draagkracht kent (slappe bodem), verzakken de riolen. Hierdoor wordt de levensduur van de riolen verkort tot gemiddeld 50 jaar in plaats van tot 80 jaar. De totale kosten van de rioleringszorg worden gedekt door de opbrengsten van de rioolheffing. Het rioolheffingstarief over 2015 (€ 178,90 ) is echter niet kostendekkend. Tekorten kunnen niet meer worden aangevuld uit de rioleringsreserves, omdat deze nagenoeg zijn uitgeput. Vanaf 2016 is of aanvulling vanuit de algemene middelen nodig, of een hoger rioolheffingstarief bij een minimale vervangingstempo van 40 km per jaar.

De rekenkamer constateert dat de gemeente onvoldoende inzicht heeft in de toestand van het Rotterdamse rioolstelsel door gebrekkig inzicht in de technische staat van de riolen en de mate van verzakking. Er wordt onvoldoende prioriteit gegeven aan de inspectie van oude riolen (> 40 jaar) en de gemeentelijke inspectiefrequenties worden niet gehaald.
Verder stelt de rekenkamer vast dat het college de raad weliswaar periodiek heeft geïnformeerd over de uitvoering van het rioleringsbeleid, maar dit is op bepaalde punten onvolledig en onvoldoende begrijpelijk gebeurd.
De rekenkamer beveelt onder meer aan om bij de vaststelling van het nieuwe Gemeentelijke Rioleringsplan de raad expliciet te informeren over de mogelijke beleidskeuzes, met inachtneming van een minimale vervangingstempo van 40 km per jaar en handhaving van de huidige financieringswijze. In zijn reactie onderschrijft het college alle conclusies en aanbevelingen en zal deze meenemen in het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan voor de periode 2016-2020.