procedure onderzoeken
Het onderzoek van de Rekenkamer Rotterdam verloopt volgens een bepaald stramien.
Wanneer na zogeheten stemkastsessies de jaarlijkse programmering wordt vastgesteld, wordt bij de start van elk onderzoek een opzet gemaakt. Hierin staat de centrale vraag en wordt uitgelegd waar het onderzoek precies over gaat. De raad krijgt de opzet ter kennisname toegestuurd.
Daarna start de feitelijke uitvoering. Er worden interviews gehouden, dossiers bekeken en deskundigen geraadpleegd. De rekenkamer probeert vaak ook in contact te komen met burgers. Wat merken zij bijvoorbeeld van het beleid van de gemeente? De uitkomsten worden neergelegd in een zogeheten nota van bevindingen. Om te controleren of daarin geen onjuistheden zijn, wordt de nota voor zogeheten ambtelijk wederhoor aan de betrokken ambtenaren voorgelegd.
Vervolgens stelt de rekenkamer de zogenoemde bestuurlijke nota op. Hierin staan meer overkoepelende bestuurlijke conclusies en aanbevelingen aan de raad. Deze nota gaat, samen met de aangepaste nota van bevindingen, voor bestuurlijk wederhoor naar het college van B en W. Het college is verplicht expliciet aan te geven of het de conclusies en aanbevelingen overneemt.
In een commissievergadering gaat de raad hierover met de verantwoordelijk wethouder in debat. De gemeenteraad besluit uiteindelijk of zij de aanbevelingen overneemt. In dat geval krijgt het college opdracht om met een plan van aanpak voor de uitvoering ervan te komen.