burgers op de bres

In Rotterdam zetten relatief veel burgers een initiatief op om zelf de stad te verbeteren. De gemeente geeft hen daarbij vaak financiële en praktische ondersteuning. Deze steun is echter bijna altijd kleiner dan de initiatieven nodig hebben om hun plan helemaal uit te voeren. Ook lopen initiatieven tegen belemmeringen in de ondersteuning aan. De gemeente werkt vooral actief mee als de plannen precies overeenkomen met plannen of taken die de gemeente zelf (al) had. Ze kijkt bovendien nauwelijks naar wat de initiatieven voor de stad opleveren. Dit en meer blijkt uit onderzoek van de rekenkamer.

De laatste jaren heeft de overheid – en zeker ook de gemeente Rotterdam – meer aandacht voor burgerinitiatief. Maar hoe gaat dat in de praktijk: het ondersteunen van Rotterdammers die een plan willen uitvoeren in het publieke domein? De rekenkamer onderzocht dit aan de hand van tien case-studies: vijf burgerinitiatieven rondom zorg en hulp voor andere Rotterdammers en vijf burgerinitiatieven die gaan over de buitenruimte en het wonen.

initiatieven willen meer Rotterdammers helpen dan met gemeentelijke steun mogelijk is
Uit het onderzoek bleek dat als initiatieven ondersteuning vragen bij de gemeente, ze die bijna altijd ook krijgen. De hulp is wel kleiner dan ze vroegen. Alle onderzochte initiatieven in welzijn en zorg konden hierdoor minder Rotterdammers helpen dan ze zouden willen. Veel van de initiatieven voor de gebouwde stad kwamen niet verder omdat de gemeente haar beleid er niet voor wilde wijzigen.

ambtenaren en bestuur denken niet actief genoeg mee
Ook ervaren de initiatiefnemers belemmeringen in de ondersteuning. Zo vinden ze vaak dat de beleidsambtenaren niet zo betrokken zijn of niet echt actief meedenken. Zorg- en welzijnsinitiatieven, die vooral hulp in de vorm van subsidies nodig hebben, merken bijvoorbeeld dat de ambtenaren hun aanvragen alleen vanaf papier beoordelen. Bij een afwijzing adviseert de ambtenaar niet waar een initiatief het verder zou kunnen proberen. Ook hebben deze initiatieven soms problemen met (tijdige) vergunningverlening en kan de subsidieaanvraagprocedure heel ingewikkeld zijn. De initiatieven gericht op de gebouwde stad hebben alle vijf veel overleg met de gemeente. Ze vinden echter dat het overleg traag gaat. Ook willen ze bijna allemaal samen met de gemeente kennis ontwikkelen over de gebouwde stad. De gemeente wil dit echter vooral zelf doen. Niet alleen uit de case-studies, maar ook uit enquêtedata komt het beeld naar voren dat de ondersteuning beter kan: slechts de helft van de Rotterdamse initiatiefnemers vindt dat de gemeente openstaat voor zijn of haar wensen, opvattingen, ideeën of initiatieven.

nauwelijks interesse in de opbrengsten van burgerinitiatieven
Voor heel weinig samenwerkingen met burgerinitiatieven weet de gemeente hoe het ermee gaat. Van nog minder initiatieven weet de gemeente wat deze voor de stad opleveren, oftewel wat hun ‘publieke waarde’ is. Op die manier ziet de gemeente burgerinitiatieven vooral als doel op zich en is ze er niet mee bezig welke succesvolle initiatieven meer steun verdienen. Het zou binnen de gemeentelijke subsidiekaders ook moeilijk zijn langdurige steun aan groeiende, succesvolle initiatieven te geven. Volgens de kaders moet hulp namelijk vooral eenmalig zijn.

aanbevelingen
Een van de aanbevelingen van de rekenkamer is dat de gemeente een centraal loket moet openen waar een vaste contactambtenaar initiatiefnemers persoonlijk begeleidt. Deze ambtenaar helpt dan met het vinden van de juiste hulp en subsidies en zorgt voor een gestroomlijnde samenwerking aan de kant van de gemeente. Ook moet de gemeente voor alle ondersteunde initiatieven in kaart brengen hoe de samenwerking verloopt en wat de opbrengsten van het initiatief voor de stad zijn. Verder adviseert de rekenkamer om subsidiekaders aan te passen zodat succesvolle initiatieven langdurige hulp kunnen krijgen.

Het college heeft geen van de aanbevelingen afgewezen. De rekenkamer gaat er daarom vanuit dat alle aanbevelingen worden overgenomen.

Meer weten over dit onderzoek? Download dan ons rapport hiernaast.